1. De lidstaten stellen de regels vast inzake andere sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening, in het bijzonder voor inbreuken die niet aan administratieve geldboetes overeenkomstig artikel 23 zijn onderworpen, en treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2. Elke lidstaat deelt de Commissie uiterlijk 18 maanden na de in artikel 29, lid 2, bepaalde datum de wetgevingsbepalingen mee die hij overeenkomstig lid 1 heeft vastgesteld, en meldt onverwijld alle latere wijzigingen of wijzigingen die daarop van invloed zijn.